Buitenplaats Koppelenburg
Geschiedenis
Mevrouw Berns-Heinsius, weduwe van een arts, bouwde in 1841 het huis. Het heette toen nog ‘Den grooten Kloppenburg’, ernaast stond ‘Den kleinen Kloppenburg’. Negen jaar later verkocht zij beide huizen inclusief 5,5 hectare grond voor 24.000 gulden aan jhr. mr. J.W.C. van Vrijberghe van Westerschouwen, advocaat te Amsterdam. In 1903 overleed de vrijgezelle jonker en werd het herenhuis in een publieke verkoping verkocht.
Voor 15.111 gulden werd J.A. Gerritsen uit Zutphen eigenaar. Bij die gelegenheid werd het huis geroemd om zijn ‘heerlijk uitzicht en grooten moestuin’ en veranderde de naam in Koppelenburg, naar ‘koppel’, een beekje en het weiland nabij het huis. Van1903 to 1945 was het eigendom van de familie Gerritsen. Vanaf 1932 werd het verhuurd als artsenwoning met praktijk. Eerst aan dr. Van Assendelft, en later aan zijn opvolger dr. Rost-Onnes. In de oorlog werd het pand door de Duitsers in beslag genomen. Hierna was het gedurende enkele jaren een dependance vande paters die op de Rees woonden.
A. Blankenheym, directeur van de Raiffeisenbank, werd in 1957 eigenaar. Van 1977 tot 1997 bewoonde de familie Kien het pand die het daarna verkocht aan de huidige eigenaar. In 1997 werd het huis inpandig gerestaureerd.
Bewoners
- 1841 – 1850 mevrouw Berns-Heinsius
- 1850 – 1903 jhr. mr. J.W.C. van Vrijberghe van Westenschouwen
- 1903 – J.A. Gerritsen
- 1945 – familie Gerritsen
- 1957 – A. Blankenheym
- 1977 – 1997 familie Kien
- 1997 – Nico Aaldering
Bronvermelding:
- Rabobank Brummen-Eerbeek – Voor nu en later, zicht op de gemeente Brummen en haar geschiedenis.